Mijn mening over het boek.
Ik vond het een leuk boek
om te lezen, vooral omdat ik oorlogsverhalen heel interessant vind was dit een
leuk boek om te lezen. Vooral omdat er dingen in gebeuren die je niet zou
verwachten, zoals dat Waldo beide ouders al vrij snel verliest en in het einde
zijn buurmeisje ook nog. Het is niet een heel spannend boek maar wel leuk om te
lezen! Ik zou het boek daarom ook aan andere mensen aanraden. Het is soms wel
een beetje een moeilijk boek omdat de hoofdpersonen uit België komen en dus
worden sommige woorden ook in het Vlaams opgeschreven. Daarbij moet je dan wel
even nadenken van oké wat betekend dit. Als ik het moet vergelijken met de
andere twee boeken zet ik dit boek op plek 2, jongensoorlog op plek 3 en terug
naar de kust op plek 1. Ik vind het boek niet leuker dan terug naar de kust
omdat je daar echt over het boek moet nadenken wie de dader is en die spanning
had ik bij dit boek wat minder.
Samenvatting
Waldo Havermans was met
zijn vader en moeder op de vlucht voor de Duitsers. In het plaatsje Poperinge
stopten ze om een overnachtingplaats te zoeken. Terwijl Waldo en zijn moeder
bij de fietsen bleven wachten, ging pa een kamer zoeken. Na 10 minuten kwam hij
terug met het bericht een slaapplaatsje gevonden te hebben bij een oud vrouwtje
en haar kleinzoon Willy. De vrouw bracht hun naar hun kamer maar ze konden niet
slapen. Toen ze eenmaal sliepen werden ze gewekt door Willy die midden in de
nacht rattengif kwam strooien. De dag erna vertrokken ze weer en bij de Franse
grens werd hun door de veldwachter verteld dat de grens voorlopig gesloten was.
Een andere veldwachter vertelde dat de grens bij Menen waarschijnlijk nog open
was, dus fietsten ze daarheen. Toen ze een stukje gefietst hadden vroeg moeder
of ze even mocht plassen. Terwijl moeder in de bosjes was kwamen de
vliegtuigen. Nadat moeder uit de bosjes kwam, gingen ze in de greppel liggen.
Toen vielen een paar bommen en werd Waldo tijdelijk verblindt. Nadat hij weer
kon zien, zag hij dat zijn vader dood was en zijn moeder verdwenen was. Hij
werd wakker in een nood hospitaal. Waldo reed met Evarist mee, een soldaat die
een vrachtwagen uit een leger colonne bestuurde. Ze waren op weg naar de kust,
een vluchtelingenkamp. Uiteindelijk kregen ze in een dorpje soep van
hulpverleners. Daar ontmoette hij Vera en ging samen met haar naar de kust,
maar eerst moesten ze de nacht doorbrengen in een oude mosterdfabriek. Toen
Waldo en Vera wakker werden, hoorden ze geschut in de verte. En zagen ze grote
rookpluimen aan de horizon. Ze besloten gelijk te vertrekken en mengden zich
weer tussen de stroom van vluchtelingen. Onderweg stopte Vera even bij een
veldkapelletje om te bidden waarna ze hun weg vervolgden. Ze kwamen in een
dorpje dat bijna geheel door de bommen verwoest was. Ze stopten even om in een
half verwoeste kerk te kijken. Daarna liepen ze weer verder. Rond een uur of
twee was geen mens op de weg. Toen kwam er een veldwachter aan gefietst en riep
dat de Duitsers kwamen. Waldo en Vera verstopten zich in een schuur langs de
weg. De colonne Duitsers stopte bij de schuur en riep dat iedereen met de
handen omhoog naar buiten moest komen. De Duitsers keken raar op toen ze Waldo
en Vera zagen. Waldo en Vera kregen sinaasappels van de Duitsers en daarna
gingen ze slapen, wat niet echt lukte. Toen ze daar lagen besloten ze naar huis
te gaan. Ze gingen naar Andreas (oom van Vera) in Tielt. Andreas wou hen eerst
niet binnenlaten omdat hij bezoek had, maar liet ze daarna toch in de keuken
een boterham eten. Daarna gingen ze weer weg en volgden ze de spoorlijn naar
Gent. Ze schuilden in een Stationshal toen het begon te regenen. Op dat moment
kwam er een trein binnen met krijgsgevangenen. Tussen de krijgsgevangenen zat
ook Evarist. Toen de soldaten en de krijgsgevangenen weg waren moesten Waldo en
Vera van de stationschef vertrekken. Waldo en Vera kwamen tijdens hun reis bij
een rivier genaamd 'de Leie' aan. Ze gingen in een bootje liggen en lagen stil
te luisteren naar het klotsen van het water, toen ze opeens Duitsers met motoren
hoorden aankomen. Het duurde niet lang voor ze hun ontdekten. Ze mochten met de
Duitsers mee naar Antwerpen rijden, maar de Duitsers reden al snel van de
verharde weg af. Waldo werd neergeslagen. Het laatste wat hij zag was hoe de
Duitsers Vera meenamen het bos in. Toen hij bijkwam waren de Duitsers weg. Hij
ging Vera zoeken en vond haar kreunend en niet in staat om te lopen. De
Duitsers hadden haar verkracht. Waldo rende naar de verharde weg om hulp te
zoeken. Hij zag in de verte een woonwagen met een paard. Tegen de man vertelde
hij wat er gebeurd was en er kwam een man, genaamd Juul, uit de woonwagen die
met Waldo naar Vera ging. Juul haalde nog 4 man en ze droegen Vera naar de
ambulance die inmiddels door de bestuurder van de woonwagen was aangehouden.
Vera werd naar Gent gebracht en Waldo reed met de woonwagen mee naar Gent. In
Juul vindt Waldo al snel een vriend. Tegen de avond komen ze aan in Gent. In
het ziekenhuis waarnaar Vera werd overgebracht brengt eerst een ziekenzuster
Waldo voorzichtig op de hoogte van Vera's toestand. Eerst zegt ze dat ze op god
moeten hopen en bidden voor haar genezing. Later, nadat een dokter bij haar is
geweest, dat Vera nu een engeltje in de hemel is. Voor Waldo stort de wereld in
elkaar. In de kapel, waar de zuster met hem wil bidden en waar 'de zoete
dronken makende geur van wierook' naar hem toedrijft, twijfelt Waldo aan Gods
goedheid. Bij het verlaten van de kapel stopt hij het geldstuk dat hij van Juul
heeft gekregen in het offerblok. De zuster glimlachte en aaide hem nog eens
over zijn hoofd.
L. Gedicht.
Oorlog zit vol haat en
pijn
Schuldig of onschuldig,
niemand vindt het fijn
Het doet mensen verdriet
Maar het is net alsof
niemand het beseft, of dat echt ziet
Zonder te denken, zonder
gevoel schiet je iemand neer
Er is zoveel afkeer heen
en weer
Waarom doe je dit, omdat
je opdrachtgever het zegt
Jij zet je leven voor hem
op het spel en vecht
Mensen leven met angst en
pijn
En dat komt door jou
Is dit wat je wilt, vindt
je dit echt fijn
Elke dag weer beroof je
iemand van het leven
Op het einde zul je je
schamen en krijg je spijt
Dat gevoel zal je
achtervolgen, en dat is niet voor even
Dit gedicht gaat over de Duitse soldaten uit de Tweede
Wereld Oorlog. Met gedicht bedoel ik dat ik het gewoon niet snap dat mensen
oorlog voeren. Dat ik niet snap wat het nut ervan is en dat ik gewoon vind dat
er geen oorlog meer mag zijn. Het omschrijft een beetje hoe ik er tegenaan kijk
van dat ik denk dat ze zonder gevoel iemand zo neer schieten en dat ze niet doorhebben
hoeveel verdriet ze er mensen mee aandoen. En dat het nergens op slaat dat ze
zulke dingen doen omdat 1 bepaald persoon maar zegt dat het moet. Ik denk dat
als ze echt goed na gaan denken dat ze het ook helemaal niet willen. En dat als
ze de oorlog hebben verloren dat het gevoel van spijt en schaamte zich hun het
hele leven zal achtervolgen.