dinsdag 8 november 2016

Nederlands boekverslag 7 tralievader.


Mijn mening over het boek.
Ik vind het een leuk boek. Het gaat over de Tweede Wereld Oorlog en zulke boeken heb ik altijd interessant gevonden. Het boek leest lekker makkelijk door omdat het veel hoofdstukken bevat, dus de hoofdstukken zijn erg kort. Soms waren de kleine hoofdstukken wel vervelend, want dan begin je telkens met een nieuw verhaal, het is niet zo dat een hoofdstuk eindigt met iets spannends en dat er bijvoorbeeld twee hoofdstukken later weer wordt ingegaan op dat spannende. Het was telkens dat de vader vertelde over zijn tijd in ‘het kamp’ en wat hij daar allemaal heeft meegemaakt. Het waren veel verschillende verhalen, en er was niet echt hele erge spanning wat ik wel jammer vond, want als er iets spannends in het boek gebeurt vind ik het veel leuker om te lezen. Dit boek vond ik wel leuk om te lezen, omdat ik verhalen uit de Tweede Wereld Oorlog gewoon heel interessant vind, maar er had van mij wat meer spanning in mogen zitten. Het was niet zo dat ik echt dacht van ‘Oh en wat gaat er nu gebeuren dan?’, er kwamen niet echt vragen in mij op terwijl ik het boek las. Ik vind dat in het boek heel mooi wordt weergegeven hoe de kinderen reageren op al die verhalen. De ene wordt heel erg boos en die vindt ook dat hun vader te veel over het kamp praat en geen aandacht aan hun besteed. De ander is nieuwsgierig maar denkt ook dat de oorlog weer terug komt en de jongste, de ik-persoon, die luistert aandachtig en die vindt dat haar vader een held is. Ook vind ik dat het boek mooi laat zien dat als je zoiets ergs hebt meegemaakt zoals de vader, dat je er dan nog heel lang mee kunt blijven zitten. Samengevat, ik vind het een leuk boek, het is fijn om te lezen maar wat mij betreft had er wat meer spanning in gemogen, want dat had het boek voor mijn gevoel nog leuker gemaakt.

Samenvatting
De vader van de ik-figuur, Jochel genaamd, heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Hij heeft in een kamp gezeten, omdat hij van joodse afkomst was en hij praat er nu nog voortdurend over. De vader zegt dat hij "kamp" heeft. Zijn kinderen (het ik-figuur, Max en Simon) vergelijken dat met een ziekte als waterpokken. De kinderen worden beïnvloed door de oorlogstrauma’s van hun vader. Als vader ‘s nachts niet kan slapen en rond gaat lopen, worden ook de kinderen wakker. Ze mogen niet zeggen dat ze honger hebben, want in het kamp werd pas echt honger geleden. Alles wat ze zeggen heeft hun vader veel erger gehad, ze hebben volgens hun vader een luizenleven. Alles wat vader doet en zegt heeft te maken met het kamp. De kinderen zijn op school ook veel met de oorlog bezig, dit is logisch, want ze horen niets anders. De lerares vindt dat ze de oorlog maar eens moeten afsluiten.
Als vader tbc blijkt te hebben moet hij naar een sanatorium. Tijdens de bezoekuren vertelt hij de kinderen over zijn onderduikadressen. Zo heeft hij samen met andere onderduikers op het platteland gezeten. Ze werden echter verraden door een naburige boer.
Wanneer vader genezen is van de tbc, mag hij naar huis. Zijn gezin wacht de hele dag op hem, want hij komt veel later dan verwacht. Hij durfde namelijk niet met de trein mee.
De ik-figuur gaat met haar vriendin, Nellie naar een kerkmis. Ze was er nog nooit geweest en ze gaat er ook nooit meer heen, want ze vindt dat haar vader veel meer heeft geleden dan Jezus. Vader vindt God een "rotzak", omdat hij in het kamp heeft toegekeken hoe iedereen werd doodgemaakt. Dit is een aanleiding voor een hevige ruzie met Max. Max zegt dat vader hem maar eens moet slaan, net als de SS-ers. Vader lijkt lamgeslagen na deze opmerking.
Max verwijt zijn vader ook dat hij niet is zoals de andere vaders. Die gaan namelijk voetballen met hun kinderen, terwijl zijn vader alleen maar over het kamp kan praten. Vader vertelt dat er in het kamp ook werd gevoetbald, maar dat de spelers soms na de eerste helft al begraven konden worden. Het is dus maar goed dat vader niet van voetballen houdt. Nu is Max onder de indruk: hij rent naar zijn kamertje en begint te huilen.
Op een dag mogen de ik-figuur en de andere kinderen van Jochel naar de bioscoop. Ze hebben een film over Odysseus uitgekozen. Ze bewonderen hem. De ik-figuur vindt dat vader evenveel te verduren heeft gehad als Odysseus. Allen zijn ze erg onder de indruk van het verhaal.
Ook vertelt vader dat hij iemand vermoord heeft in het kamp. Hij heeft daar spijt van en verwijt de kampbeulen dat ze hem veranderd hebben in een beest. De kinderen vinden niet dat hij een beest is, want beesten tonen geen spijt. Vader blijkt er toch geen spijt van te hebben dat hij iemand vermoord heeft, maar van de manier waarop hij dat heeft gedaan. Hij had het veel langzamer moeten doen, zodat zijn slachtoffer de doodsangst langer had gevoeld.
Na de bevrijding hadden de Engelsen de gevangen opgehaald. Ze werden naar een transitkamp gebracht. Daar was gebleken dat de gevangen hun schaamte voorbij waren: ze deden hun behoefte op het gazon. Toen vader eindelijk thuiskwam, wachtte moeder op hem. Hij werd enthousiast omhelsd. Moeder herinnert zich dat nog goed en de tranen lopen over haar wangen, terwijl de kinderen toekijken.